Wmo-beschikking eenvou­diger en voor onbe­paalde tijd?


Indiendatum: 22 sep. 2023

Het college wordt verzocht de volgende vragen schriftelijk te beantwoorden:

1. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat het toekennen van een Wmoindicatie voor onbepaalde tijd heel wat stress kan verminderen bij inwoners die hulp uit de Wmo ontvangen? Het gaat hier om zorgvormen als huishoudelijke hulp en dagbesteding.

2. Is het college ervan op de hoogte dat de gemeenten Maastricht, Rotterdam en Stichtse Vecht inmiddels met een Wmo-indicatie voor onbepaalde tijd werken?

3. Is het college bereid om actief te kijken hoe het beleid in de gemeenten Maastricht, Rotterdam en Stichtse Vecht uitpakt en hieruit lering te trekken?

4. Is het college bereid om, in navolging van de oproep van de staatssecretaris van VWS van 5 juli 2023, passend beschikken ook in Almere in te gaan voeren? Zo nee, waarom niet?

5. Daarnaast is de Partij voor de Dieren van mening dat (tastbare) voorzieningen ook eenvoudiger kunnen worden toegekend, en dat in ieder geval de wijkverpleegkundige en de casemanager dementie hiertoe geautoriseerd zouden kunnen worden. Is het college bereid om dit aan te passen, zoals al in enkele gemeenten (Edam-Volendam) in Nederland gebeurt? Zo nee, waarom niet?

6. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat bovenstaande aanpassingen goede verbeteringen kunnen zijn waardoor inwoners sneller en duurzamer vanuit de Wmo geholpen kunnen worden en waarmee ook de administratieve lasten (én dus kosten) voor de gemeente kunnen dalen? Zo nee, waarom niet?

Toelichting:

Afgifte Wmo-beschikking voor onbepaalde tijd (vraag 1-4):
In Almere, en in veel andere gemeenten, moeten inwoners na een bepaalde periode een herindicatie aanvragen om de hulp(middelen) uit de Wmo te blijven ontvangen. De meeste beschikkingen worden voor 1-2 jaar afgegeven. Dit zorgt bij deze inwoners voor veel stress en onzekerheid omdat het Wmo-traject weer helemaal opnieuw begint met alle onzekerheden van dien.

Er zijn situaties van inwoners waarbij alles ongewijzigd blijft omdat men in een stabiele, langdurige en/of chronische situatie zit en toch moeten ook zij opnieuw alles regelen. Dit vindt de Partij voor de Dieren niet logisch en niet behulpzaam, zowel wat betreft goede hulpverlening en kosten. Almere heeft in haar Wmo-verordening opgenomen dat zij bij tastbare voorzieningen (zoals een traplift) wél een termijn hanteert van onbeperkte duur met een periodieke evaluatie minimaal 1x per 5 jaar, alleen geldt dit niet bij de andere Wmo-maatwerkvoorzieningen, zoals huishoudelijke hulp en dagbesteding. De Partij voor de Dieren vindt dat dit ook voor alle voorzieningen vanuit de Wmo zou moeten gelden, indien de situatie bij iemand chronisch en/of langdurig en stabiel is.

Deze mening wordt ook gedeeld door de Rijksoverheid, hierin opgeroepen door verschillende moties van diverse politieke partijen in de Tweede Kamer. De staatssecretaris van VWS, Maarten van Ooijen, schrijft in zijn Kamerbrief van 28-03-20223 dat gemeenten nog meer kunnen inzetten op maatwerk, ook bij het vaststellen van de indicatieduur, het zogeheten ‘passend beschikken’ en roept hen op om dit te gaan doen.

In een recente Kamerbrief van 05-07-20234 gaat de staatssecretaris zelfs nog een stap verder en stelt nu: “Ik vind dat cliënten in alle gevallen een passende beschikking moeten ontvangen. Passend betekent in dit kader dat een langere beschikkingsduur de norm is voor de groep cliënten, waarbij duidelijk is dat sprake is van een (meer) langdurige en stabiele beperking”. De VNG heeft aangegeven gemeenten te ondersteunen om soortgelijke stappen te gaan zetten.

De Partij voor de Dieren is blij met deze steun vanuit VWS en VNG en vraagt het college om proactief stappen te zetten zodat passend beschikken zo spoedig mogelijk in Almere wordt ingevoerd.

Wmo-autorisatie voor wijkverpleegkundigen en casemanagers dementie (vraag 5)
In het artikel BN, De Stem5 wordt een doolhof van 4 loketten geschetst om aan een douchestoel van € 150,- te komen voor iemand met dementie. In dit artikel komt helaas erg duidelijk naar voren hoe bureaucratisch de zorg (nog steeds) is geregeld.

De staatssecretaris van VWS schrijft in zijn Kamerbrief van 28-03-20226 dat er nog meer focus moet komen op passende ondersteuning waarbij hij de gemeenten oproept om te kijken of voor sommige lichtere en enkelvoudige ondersteuningsvragen meer collectieve arrangementen en/of vereenvoudiging van processen mogelijk zijn, zodat er meer tijd en capaciteit overblijft voor de cliënten die maatwerk nodig hebben.

In het wekelijks vragenuurtje van de Tweede Kamer is bovenstaand doolhof geagendeerd en besproken (18-04-20237) met de minister voor Langdurige Zorg en Sport, Mw. Helder. Zij heeft in het debat aangegeven dat zowel wijkverpleegkundigen als casemanagers dementie Wmo-beschikkingen zouden moeten afgeven/besluiten zonder dat daar door een extra iemand nog een controle-check wordt gedaan. Er zijn inmiddels pilotgemeenten in Nederland waar dit al goed werkt en de minister vertelt dat de VNG bezig is om dit soort procedures meer te uniformeren. De Partij voor de Dieren wil van het college weten of zij hiertoe ook bereid is.

Bronnen en links:

Wmo-indicatie voor onbepaalde tijd (binnenlandsbestuur.nl)

Artikel 4.1. lid 2

Kamerbrief Staatssecretaris Maarten van Ooijen (blz 7 relevant)

Kamerbrief van 05-07-2023

Kamerbrief Hoofdlijnenbrief toekomst Wmo 2022

Vragenuurtje Tweede Kamer bijlage 3

Het college wordt verzocht de volgende vragen schriftelijk te beantwoorden:

1. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat het toekennen van een Wmoindicatie voor onbepaalde tijd heel wat stress kan verminderen bij inwoners die hulp uit de Wmo ontvangen? Het gaat hier om zorgvormen als huishoudelijke hulp en dagbesteding.

Wij delen uw mening dat indicaties voor onbepaalde tijd stress bij inwoners kunnen verminderen. Ook kunnen ze leiden tot minder administratie voor inwoners, zorgaanbieders en de gemeente. Mede daarom hanteren wij bij verschillende ondersteuningsvormen al dergelijke indicaties. Bijvoorbeeld bij het verstrekken van hulpmiddelen via de Wmo, zoals scootmobielen en rolstoelen. In andere situaties kiezen we daar bewust niet voor.

Voor de huishoudelijke ondersteuning, individuele begeleiding en dagbesteding is een aanbesteding uitgevoerd en zijn vanaf 1 januari 2023 nieuwe werkwijzen ingegaan. Dit is gebeurd na consultatie van uw raad (RG-48/2022) over de beleidsuitgangspunten. De essentie van de nieuwe werkwijzen is nog beter aansluiten bij de mogelijkheden, behoeften en situatie van inwoners. Dit leidt tot differentiatie in de ondersteuning en in de looptijd van indicaties.

Binnen de huishoudelijke ondersteuning zien wij dat verreweg de meeste mensen langdurige ondersteuning nodig hebben. Vaak hebben deze inwoners een indicatie voor onbepaalde tijd. Tegelijkertijd zien we ook Almeerders die voldoende hebben aan kortdurende ondersteuning (<6 maanden).

Bij de individuele begeleiding en dagbesteding maken we onderscheid tussen:

  • langdurige ondersteuning gericht op een stabiele situatie, kwaliteit van leven en
    inspelen op levensgebeurtenissen die de stabiliteit kunnen ontregelen;
  • kortcyclische ondersteuning met regelmatige evaluatiemomenten om via
    haalbare doelen toe te werken naar (meer) zelfstandigheid of een leven met
    minimale inzet van zorgprofessionals.

Almeerders die langdurige begeleiding of dagbesteding nodig hebben, krijgen een indicatie van maximaal vijf jaar. Wij beseffen dat er na die tijdsduur nagenoeg altijd vervolgondersteuning nodig blijft. Het contactmoment na vijf jaar is dan ook vooral bedoeld om met de inwoner en de zorgaanbieder(s) te verifiëren of de geboden ondersteuning nog toereikend en passend is. Soms kan opschaling of doorstroom naar de Wet langdurige zorg nodig zijn.

Zoals eerder gezegd, realiseren wij ons dat inwoners een contactmoment met de gemeente als stressvol kunnen ervaren. Mede daarom maken we gebruik van de vertrouwensband tussen zorgaanbieder(s) en inwoner om de inwoner vooraf gerust te stellen en het gesprek goed voor te bereiden. Ook heeft de inwoner altijd de mogelijkheid om een mantelzorger of onafhankelijke cliëntondersteuner te laten aansluiten. Wij achten deze dienstverlenend ingestoken contactmomenten effectiever en klantgerichter dan het afgeven van indicaties voor onbepaalde tijd.

2. Is het college ervan op de hoogte dat de gemeenten Maastricht, Rotterdam en Stichtse Vecht inmiddels met een Wmo-indicatie voor onbepaalde tijd werken?

Ja, ons college is hiervan op de hoogte.

3. Is het college bereid om actief te kijken hoe het beleid in de gemeenten Maastricht, Rotterdam en Stichtse Vecht uitpakt en hieruit lering te trekken?

Wij zijn te allen tijde bereid om te leren van de ontwikkelingen in andere gemeenten om onze aanpak en processen verder te verbeteren. In dit verband volgen wij de ervaringen met langdurige indicatiestelling elders in het land – waaronder in de drie genoemde gemeenten – met interesse. Hierbij wegen we af in hoeverre de opgedane informatie relevant is voor de Almeerse context.

Tegelijkertijd willen wij benadrukken dat onze lokale werkwijzen zorgvuldig en in partnerschap met zorgaanbieders en cliëntenorganisaties zijn ontwikkeld en ingevoerd. Wij achten ze daarom passend bij de Almeerse situatie en de ondersteuningsbehoeften van inwoners. De komende tijd willen wij vooral inzetten op het bestendigen en verder aanscherpen van deze werkwijzen.

4. Is het college bereid om, in navolging van de oproep van de staatssecretaris van VWS van 5 juli 2023, passend beschikken ook in Almere in te gaan voeren? Zo nee, waarom niet?

Wij zijn van mening dat wij met de huidige werkwijzen binnen de Wmo in Almere op een juiste manier invulling geven aan het passend beschikken.

5. Daarnaast is de Partij voor de Dieren van mening dat (tastbare) voorzieningen ook eenvoudiger kunnen worden toegekend, en dat in ieder geval de wijkverpleegkundige en de casemanager dementie hiertoe geautoriseerd zouden kunnen worden. Is het college bereid om dit aan te passen, zoals al in enkele gemeenten (Edam-Volendam) in Nederland gebeurt? Zo nee, waarom niet?

Indicaties voor huishoudelijke ondersteuning komen sinds begin 2023 tot stand op basis van onderzoek en advies van de gecontracteerde zorgaanbieders. De aanbieders zetten hiervoor in veel gevallen hun ervaren wijkverpleegkundigen in. Zij formuleren hun adviezen in samenspraak met inwoners en hun naasten. De gemeente heeft vervolgens een wettelijke vergewisplicht (artikel 3:9 van de Algemene wet bestuursrecht) om na te gaan of het onderzoek zorgvuldig heeft
plaatsgevonden.

Via de wijkteams zijn er korte communicatielijnen met onder andere de casemanagers dementie. We maken waar nodig dankbaar gebruik van de ervaring en deskundigheid van deze casemanagers bij het verlenen van indicaties voor ondersteuning.

6. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat bovenstaande aanpassingen goede verbeteringen kunnen zijn waardoor inwoners sneller en duurzamer vanuit de Wmo geholpen kunnen worden en waarmee ook de administratieve lasten (én dus kosten) voor de gemeente kunnen dalen? Zo nee, waarom niet?

Wij zijn het met u eens dat we binnen de Wmo moeten blijven inzetten op kwalitatief goede, effectieve en efficiënte dienstverlening met acceptabele administratieve lasten voor inwoners, zorgaanbieders en de gemeente. Wij zijn van mening dat de huidige werkwijzen op dit moment voldoende bijdragen aan de realisatie van deze ambitie. Wij blijven dit uiteraard monitoren. Ook volgen wij de ontwikkelingen en innovaties elders en trekken hier waar relevant lessen uit om onze werkprocessen verder te verbeteren.

Toelichting:

Afgifte Wmo-beschikking voor onbepaalde tijd (vraag 1-4):
In Almere, en in veel andere gemeenten, moeten inwoners na een bepaalde periode een herindicatie aanvragen om de hulp(middelen) uit de Wmo te blijven ontvangen. De meeste beschikkingen worden voor 1-2 jaar afgegeven. Dit zorgt bij deze inwoners voor veel stress en onzekerheid omdat het Wmo-traject weer helemaal opnieuw begint met alle onzekerheden van dien.

Er zijn situaties van inwoners waarbij alles ongewijzigd blijft omdat men in een stabiele, langdurige en/of chronische situatie zit en toch moeten ook zij opnieuw alles regelen. Dit vindt de Partij voor de Dieren niet logisch en niet behulpzaam, zowel wat betreft goede hulpverlening en kosten. Almere heeft in haar Wmo-verordening opgenomen dat zij bij tastbare voorzieningen (zoals een traplift) wél een termijn hanteert van onbeperkte duur met een periodieke evaluatie minimaal 1x per 5 jaar, alleen geldt dit niet bij de andere Wmo-maatwerkvoorzieningen, zoals huishoudelijke hulp en dagbesteding. De Partij voor de Dieren vindt dat dit ook voor alle voorzieningen vanuit de Wmo zou moeten gelden, indien de situatie bij iemand chronisch en/of langdurig en stabiel is.

Deze mening wordt ook gedeeld door de Rijksoverheid, hierin opgeroepen door verschillende moties van diverse politieke partijen in de Tweede Kamer. De staatssecretaris van VWS, Maarten van Ooijen, schrijft in zijn Kamerbrief van 28-03-20223 dat gemeenten nog meer kunnen inzetten op maatwerk, ook bij het vaststellen van de indicatieduur, het zogeheten ‘passend beschikken’ en roept hen op om dit te gaan doen.

In een recente Kamerbrief van 05-07-20234 gaat de staatssecretaris zelfs nog een stap verder en stelt nu: “Ik vind dat cliënten in alle gevallen een passende beschikking moeten ontvangen. Passend betekent in dit kader dat een langere beschikkingsduur de norm is voor de groep cliënten, waarbij duidelijk is dat sprake is van een (meer) langdurige en stabiele beperking”. De VNG heeft aangegeven gemeenten te ondersteunen om soortgelijke stappen te gaan zetten.

De Partij voor de Dieren is blij met deze steun vanuit VWS en VNG en vraagt het college om proactief stappen te zetten zodat passend beschikken zo spoedig mogelijk in Almere wordt ingevoerd.

Wmo-autorisatie voor wijkverpleegkundigen en casemanagers dementie (vraag 5)
In het artikel BN, De Stem5 wordt een doolhof van 4 loketten geschetst om aan een douchestoel van € 150,- te komen voor iemand met dementie. In dit artikel komt helaas erg duidelijk naar voren hoe bureaucratisch de zorg (nog steeds) is geregeld.

De staatssecretaris van VWS schrijft in zijn Kamerbrief van 28-03-20226 dat er nog meer focus moet komen op passende ondersteuning waarbij hij de gemeenten oproept om te kijken of voor sommige lichtere en enkelvoudige ondersteuningsvragen meer collectieve arrangementen en/of vereenvoudiging van processen mogelijk zijn, zodat er meer tijd en capaciteit overblijft voor de cliënten die maatwerk nodig hebben.

In het wekelijks vragenuurtje van de Tweede Kamer is bovenstaand doolhof geagendeerd en besproken (18-04-20237) met de minister voor Langdurige Zorg en Sport, Mw. Helder. Zij heeft in het debat aangegeven dat zowel wijkverpleegkundigen als casemanagers dementie Wmo-beschikkingen zouden moeten afgeven/besluiten zonder dat daar door een extra iemand nog een controle-check wordt gedaan. Er zijn inmiddels pilotgemeenten in Nederland waar dit al goed werkt en de minister vertelt dat de VNG bezig is om dit soort procedures meer te uniformeren. De Partij voor de Dieren wil van het college weten of zij hiertoe ook bereid is.

Bronnen en links:

Wmo-indicatie voor onbepaalde tijd (binnenlandsbestuur.nl)

Artikel 4.1. lid 2

Kamerbrief Staatssecretaris Maarten van Ooijen (blz 7 relevant)

Kamerbrief van 05-07-2023

Kamerbrief Hoofdlijnenbrief toekomst Wmo 2022

Vragenuurtje Tweede Kamer bijlage 3