Evaluatie bomen­kader en aanpak essen­tak­sterfte


Vragen en antwoorden

Indiendatum: mei 2020

Vragen aan het onderzoeksbureau dat de evaluatie van het bomenkader en de aanpak essentaksterfte heeft uitgevoerd n.a.v. dit document.

  1. Wat betreft de essentaksterfte zijn de bevraagden unaniem van oordeel dat Almere die op de juiste manier aanpakt. (managementsamenvatting) Waar is deze constatering precies op gebaseerd? Er is flinke kritiek geuit op de aanpak in Almere waarbij bijna volledig gezonde bomen bij het Stamerbos werden gekapt en op het laatste moment is tegengehouden door een second opinion, welke de bewoners zelf hebben laten uitvoeren. Is dit meegenomen in de evaluatie? En is er aanleiding om er van uit te gaan dat dit een incident was?
  2. De gemeente handelt conform het Bomenkader en maakt optimaal gebruik van de meest recente kennis. (managementsamenvatting)
    Op welke kennis doelt u hier? De deskundige op dit gebied, dr. ir. J.A. Hiemstra van de WUR, gaf tijdens de rondetafelbespreking in juni 2019 juist aan dat bomen niet te snel gekapt hoeven te worden en soms zich nog kunnen herstellen. Alleen esthetisch zal de boom niet meer worden wat het was. Maar esthetiek is geen criterium voor kap. Zie ook hoofdstuk 5.2.2. van uw evaluatie.
  3. Geadviseerd wordt om het Bomenkader over twee jaar opnieuw te evalueren. (managementsamenvatting)
    Inmiddels is het al drie jaar na ingang van het bomenkader. Bedoelt u dan vanaf de huidige datum? Of vanaf wanneer deze evaluatie had moeten plaatsvinden, begin 2019, waardoor de volgende evaluatie dus eigenlijk begin 2021 zou moeten plaatsvinden?
  4. Uit deze evaluatie van het Bomenkader blijkt ook de noodzaak om het beleid te specificeren om de uitvoering te vergemakkelijken. Daarvoor is het bomenbeheerplan het aangewezen instrument. Dit bomenbeheerplan is al in ontwikkeling en zal de brug slaan tussen het beleid volgens het Bomenkader en de praktische uitvoering van de werkplannen en onderhoudsbestekken. (pagina 16)
    Heeft u een conceptversie kunnen inzien waaruit deze constatering blijkt?
  5. Volgens het Bomenkader horen bomen thuis in elke straat en mogen ze in beperkte mate overlast veroorzaken. Maar in de groeiende stad maken toenemende claims op de (ondergrondse) openbare ruimte het lastig om vast te kunnen houden aan deze essenties. (pagina 8)
    Heeft u getoetst of bomen inderdaad niet vanwege overlast, zoals honingdauw (welke volgens het bomenkader geen reden voor kap kan zijn), gekapt worden? En wat bedoelt u met de tweede zin?
  6. Individuele bomen of een losse groep: Alleen matig en zwaar aangetaste essen worden verwijderd envervangen. (pagina 8)
    Is hier getoetst of dit ook daadwerkelijk in de praktijk zo uitpakt? Hoe wordt de kaalslag van volledige boomvakken dan verklaard? Waren deze allen matig tot ernstig aangetast?
  7. Essen die onderdeel uitmaken van de hoofdbomenstructuur: Hiervoor wordt het beslismodel van Prohold gebruikt. Dit model beperkt zich niet tot de mate van aantasting, maar houdt ook rekening met de mogelijkheden voor vervangende aanplant binnen de structuur van de overige beplanting op de betreffende locatie. (pagina 8)
    Kan dit punt nader geduid worden? Ook is dit beslismodel nergens terug te vinden.
  8. Deze specifieke uitdagingen nopen tot soms forse ingrepen, waarbij soms de kap van een flink aantal bomen niet kan worden voorkomen. (pagina 8)
    Is de noodzaak tot forse ingrepen en kap van flink aantal bomen ook getoetst? Waren er geen alternatieven voorhanden? Meer gefaseerde kap? Of accepteren dat bomen wellicht minder oud worden dan ze hadden kunnen worden onder ideale omstandigheden?
  9. Essen in een woonstraat: Als de essen in een woonstraat voor meer dan 50% matig of zwaar zijn aangetast, wordt het gehele bestand vervangen. Bij minder dan 50% wordt de bewoners gevraagd naar hun voorkeur voor de mate waarin er wordt vervangen. (pagina 8)
    Past het volledig vervangen van een bestand, bij aantasting van meer dan 50% (dus ook al bij 51%) bij de uitgangspunten van het bomenkader?
  10. “Ten slotte wordt een gebrek aan visie ervaren en bestaat de indruk van ad hoc beheer.” (…) “Deze inwoner ervaart de uitvoering van het bomenbeheer als bedrijfsmatig en steeds ten koste van het groen.” (pagina 10)
    Dit aspect komt verder in de evaluatie en advisering niet echt terug. Waarom is hier niet meer mee gedaan? Is dit beeld verder getoetst?
  11. Eén van de drie vrienden adviseert de gemeente om haar keuzes en handelingen in een nieuwe, maatschappelijke context te plaatsen. Namelijk vanuit het besef dat bomen tegenwoordig een grotere rol (natuurwaarde) in de maatschappij vervullen. Die nieuwe ´rol´ zou ontbreken in het Bomenkader. Dat is alleen gericht op het dagelijks beheer en daarmee achterhaald in de ogen van deze inwoner: Er zou ‘overkoepelend’ naar bomen moeten worden gekeken in de context van klimaatadaptatie, ecologie en milieu. Het grote tekort aan bomen zou moeten worden aangepakt door veel bomen bij te planten. (pagina 10)
    En:
    Een andere vereniging heeft een duidelijk positieve grondhouding ten opzichte van bomen en hecht belang aan ecologisch verantwoord werken. Men ziet graag meer bomen in Almere verschijnen. Aangetaste bomen hoeven niet snel te worden verwijderd en het onderhoud moet ecologie hoog in het vaandel hebben.
    (pagina 11)
    De wens voor meer bomen komt vaker terug in de enquêtes, maar niet in uw advies. Waarom niet? Ook de roep voor meer aandacht voor ecologie komt vaker terug, maar ook niet in uw advies. Waarom niet?
  12. Belangenverenigingen: “Vergunningplicht voor de kap van particuliere bomen zou willekeur voorkomen.” (pagina 11)
    Dit aspect wordt niet nader toegelicht, uitgediept of overgenomen. Waarom niet?
  13. De kritische vrienden zijn bekend met het fenomeen essentaksterfte. Zij zijn niet bevraagd over de aanpak van de essentaksterfte in het kader van het Bomenkader. (pagina 17)
    Waarom niet?
  14. Er zijn bij ons casussen bekend, waarbij gezonde bomen werden gekapt voor de aanleg van extra parkeerplaatsen. Hoe past dit volgens u bij de correcte uitvoering van het bomenkader?

Vragen aan de ambtelijke organisatie van de gemeente:

  1. Kunt u een overzicht geven met alle locaties waar dit kapseizoen gekapt is en per locatie aangeven waarom er dit seizoen gekapt is, en waarom dit niet anders had gekund (bijvoorbeeld meer gefaseerd) en/of uitgesteld kon worden tot na de evaluatie?
  2. Kunt u aangeven hoe vaak er (gezonde) bomen gekapt zijn sinds de inwerkingtreding van het bomenkader vanwege de aanleg van extra parkeerplaatsen?
  3. Kunt u aangeven hoe vaak er (gezonde) bomen gekapt zijn sinds de inwerkingtreding van het bomenkader vanwege overlast door honingdauw of vergelijkbare redenen?
  4. Kunt u aangeven hoe vaak er (gezonde) bomen gekapt zijn sinds de inwerkingtreding van het bomenkader vanwege de economische ontwikkelingen?
  5. Kunt u aangeven hoe vaak er (gezonde) bomen gekapt zijn sinds de inwerkingtreding van het bomenkader vanwege uitbreiding woningbouw?
  6. Kunt u aangeven bij alle bovenstaande gevallen of de bomen ook 1 op 1 zijn vervangen? Zo niet, waar niet en waarom niet?
  7. Kunt u aangeven welke waarde het hout van gekapte bomen, welke aan de aannemer vervalt, vertegenwoordigd?
  8. Uit het raadsvoorstel: “f. Wanneer meer dan 50% van de essen in een woonstraat matig of zwaar is aangetast, worden alle zieke essen, inclusief de licht aangetaste essen, vervangen.
    g. Wanneer minder dan 50% van de essen in een woonstraat zwaar of matig is aangetast dan wordt er aan de bewoners voorgelegd welke actie er ondernomen moet worden ten aanzien van de licht aangetaste essen.”

    Wij zouden graag meer inzicht krijgen in om hoeveel gevallen (straten en aantallen bomen) er sprake is van de 50% of meer situatie en in hoeveel gevallen 50% of minder aantasting.
  9. Uit het raadsvoorstel: “Een keuze voor voortzetting van de huidige aanpak kost naar verwachting €6,5 miljoen om in 14 jaar alle zieke essen te vervangen. Wanneer voor het alternatief wordt gekozen om zieke essen langer te laten staan, nemen de totale kosten toe naar een bedrag van € 8,7 tot € 9,8 miljoen over een periode van 17 tot 25 jaar. Wanneer voor het sobere alternatief gekozen wordt dan zijn de totale kosten om alle zieke essen te vervangen in een korte periode van 3 jaar € 3,6 miljoen.”
    De financiële consequenties zijn nu niet goed tegen elkaar te wegen, aangezien er verschillende bedragen over totaal verschillende periodes worden gezet. Met zeer grote verschillen in tijdsduur.
    Daarnaast wordt bij de variant langer laten staan het onderhoud in die lange periode meegerekend en in de variant snel allemaal vervangen alleen de vervangingskosten en niet het onderhoud voor zo’n vergelijkbare periode er na. Kunt u een duidelijker en completer overzicht geven van de financiën bij het voorstel en de genoemde alternatieven?
  10. Uit de perspectiefnota: “Voor de volgende fase van het project is € 2,6 miljoen extra nodig uit de algemene middelen.”
    Dit bedrag komt niet overeen met de bedragen genoemd in het raadsvoorstel. Kunt u dit nader duiden en specificeren?
  11. Uit het raadsvoorstel: “De hoogte van de bovengenoemde kosten van de aanpak essentaksterfte worden door 3 factoren bepaald:
    1. De snelheid waarmee bomen vervangen worden: hoe sneller en meer bomen er tegelijk vervangen worden, hoe lager de kosten van vervanging per es en hoe lager de kosten voor het jaarlijks verzorgen van aangetaste essen.
    2. De keuze voor de vervangende boom: vervangen met een kleinere jongere boom is goedkoper dan vervangen met een grotere oudere boom.
    3. De inzet op participatie van bewoners: hoe meer inzet op het betrekken van bewoners, hoe hoger de kosten.”

    Uit het voorstel wordt niet duidelijk welke keuzes het college binnen deze 3 factoren kiest en/of op welke keuze hier binnen het bijbehorend financiële voorstel op gebaseerd is. En ook niet welke keuze de raad hierin heeft en wat de (financiële) consequenties hierbij zijn.
  12. Uit het bomenkader: “Almere is volop in beweging en de economische waarde van bomen mag geen belemmering vormen voor de groei van de stad. Met andere woorden: intern sturen we geen rekeningen als er uitvoering wordt gegeven aan de ontwikkelopgave.”
    Om goede en eerlijke afwegingen te kunnen maken bij besluiten waarbij bomen worden gekapt, zou inzicht in deze economische waarde wel bijdragen. Kunt u aangeven wat er inmiddels sinds de inwerkingtreding van het bomenkader aan economische waarde gekapt is in Almere?
  13. En: “De economische waarde van bomen helpt in de discussie of bepaalde ingrepen om bomen te behouden ‘verantwoord’ zijn en welke investeringen nodig zijn bij aanplant.”… “Zo wordt de waarde van bomen vanuit ecosysteemdiensten en de belevingswaarde niet weergegeven in het rekenmodel.”
    Waarom wordt de waarde van bomen vanuit ecosysteemdiensten en de belevingswaarde niet weergegeven in het rekenmodel?
    En zou u een schattig kunnen maken van de totale waarde van ecosysteemdiensten en de belevingswaarde welke sinds de invoering van het bomenkader vernietigd is?

Indiendatum: mei 2020
Antwoorddatum: 14 mei 2020

Vragen aan het onderzoeksbureau dat de evaluatie van het bomenkader en de aanpak essentaksterfte heeft uitgevoerd n.a.v. dit document.

  1. Wat betreft de essentaksterfte zijn de bevraagden unaniem van oordeel dat Almere die op de juiste manier aanpakt. (managementsamenvatting) Waar is deze constatering precies op gebaseerd? Er is flinke kritiek geuit op de aanpak in Almere waarbij bijna volledig gezonde bomen bij het Stamerbos werden gekapt en op het laatste moment is tegengehouden door een second opinion, welke de bewoners zelf hebben laten uitvoeren. Is dit meegenomen in de evaluatie? En is er aanleiding om er van uit te gaan dat dit een incident was?
    De casus ‘Stamerbos’ is niet als zodanig meegenomen in de evaluatie. Ik ken de casus daarom niet in detail. Ik kan dan ook niet aangeven of hier sprake is geweest van een fout van de gemeente of verschil van interpretatie van de ziekteverschijnselen. Wel is in algemene zin meegenomen dat er vaak dergelijke weerstand bij veel acties met betrekking tot bomen is. Het fenomeen ‘twijfel aan de correctheid van acties van de gemeente, is de rode draad door het rapport. Overigens moet worden beseft dat de kleuren zwart en wit niet bestaan in de groene vakwereld. Gezien de zorgvuldigheid waarmee gemeente Almere blijkt om te gaan met essentaksterfte, lijkt me de aanname dat er bij de kwestie ‘Stamerbos’ sprake was van een incident, terecht.
  2. De gemeente handelt conform het Bomenkader en maakt optimaal gebruik van de meest recente kennis. (managementsamenvatting)
    Op welke kennis doelt u hier? De deskundige op dit gebied, dr. ir. J.A. Hiemstra van de WUR, gaf tijdens de rondetafelbespreking in juni 2019 juist aan dat bomen niet te snel gekapt hoeven te worden en soms zich nog kunnen herstellen. Alleen esthetisch zal de boom niet meer worden wat het was. Maar esthetiek is geen criterium voor kap. Zie ook hoofdstuk 5.2.2. van uw evaluatie.
    De kennis haalt gemeente Almere uit het gehele beroepenveld van uitvoering tot inderdaad de wetenschap. De bedrijven die zijn ingezet zijn leidend op het gebied van essentaksterfte. De uiteindelijke keuze voor kap of nog even aanzien met snoei, wordt naar mijn indruk weloverwogen gemaakt. Al zijn dergelijke keuzes voor wie het wil altijd arbitrair te noemen. Zelfs met een zorgvuldig (beslis-)protocol blijft er ruimte voor interpretatie van de verschijnselen. Nogmaals; zwart en wit bestaan niet in de groene wereld.
  3. Geadviseerd wordt om het Bomenkader over twee jaar opnieuw te evalueren. (managementsamenvatting)
    Inmiddels is het al drie jaar na ingang van het bomenkader. Bedoelt u dan vanaf de huidige datum? Of vanaf wanneer deze evaluatie had moeten plaatsvinden, begin 2019, waardoor de volgende evaluatie dus eigenlijk begin 2021 zou moeten plaatsvinden?
    Bij het in werking stellen van het Bomenkader is aangegeven dat er na twee jaar een evaluatie gehouden zou worden. Het nu uitgebrachte rapport is daarvan het gevolg.
    Deze evaluatie, over een periode van twee jaar, is tamelijk vroeg om te kunnen beoordelen of een nieuwe manier van werken al is geïmplementeerd in de ambtelijke organisatie en de samenleving. Over nog eens twee jaar, in 2022, zou een achterliggende periode van inmiddels dan 5 jaar kunnen worden beoordeeld.
  4. Uit deze evaluatie van het Bomenkader blijkt ook de noodzaak om het beleid te specificeren om de uitvoering te vergemakkelijken. Daarvoor is het bomenbeheerplan het aangewezen instrument. Dit bomenbeheerplan is al in ontwikkeling en zal de brug slaan tussen het beleid volgens het Bomenkader en de praktische uitvoering van de werkplannen en onderhoudsbestekken. (pagina 16)
    Heeft u een conceptversie kunnen inzien waaruit deze constatering blijkt?
    Nee, de gemeente heeft aangegeven dat er nog geen beheerplan is.
    Het vertrouwen dat uit mijn tekst spreekt, komt voort uit de bekendheid met het fenomeen bomenbeheerplan. Een beheerplan vormt in de bomenwereld een tussenslag tussen (globaal) beleid en de genoemde praktische uitwerking van werkplannen en onderhoudsbestekken. Het is m.i. veilig om aan te nemen dat het Almeerse bomenbeheerplan aan deze verwachting zal voldoen.
  5. Volgens het Bomenkader horen bomen thuis in elke straat en mogen ze in beperkte mate overlast veroorzaken. Maar in de groeiende stad maken toenemende claims op de (ondergrondse) openbare ruimte het lastig om vast te kunnen houden aan deze essenties. (pagina 8)
    Heeft u getoetst of bomen inderdaad niet vanwege overlast, zoals honingdauw (welke volgens het bomenkader geen reden voor kap kan zijn), gekapt worden? En wat bedoelt u met de tweede zin?
    Nee, een toets op beheersdetails heeft niet plaatsgevonden. Binnen de beperkte tijd en de opdracht was daarvoor geen ruimte. Alleen voor het beheers-‘detail’ essentaksterfte is er dieper op ingedoken.
    Overige overlast gevende gevolgen van bomen in de stad zoals, opgedrukte verharding en schaduwwerking zijn ook niet in detail onderzocht.
    Met de tweede zin wordt de uitdaging bedoeld om te gaan met de stelling dat er in iedere straat bomen moeten (kunnen) staan enerzijds en anderzijds dat er steeds meer claims komen op de openbare ruimte ten gevolge van bevolkingsgroei, verdichting door huizenbouw, vermeerdering van ondergrondse infra, groeiend verkeersaanbod en dergelijke.
  6. Individuele bomen of een losse groep: Alleen matig en zwaar aangetaste essen worden verwijderd envervangen. (pagina 8)
    Is hier getoetst of dit ook daadwerkelijk in de praktijk zo uitpakt? Hoe wordt de kaalslag van volledige boomvakken dan verklaard? Waren deze allen matig tot ernstig aangetast?
    Hierop is buiten niet getoetst. Op basis van de nu uitgevoerde studie zijn geen controles uitgevoerd op locatie. De theoretische werkwijze (het protocol) voorziet in de bedoelde werkwijze. Ik heb geen reden om te denken dat hiermee in de praktijk een loopje wordt genomen. Dat er gehele boomvakken zijn gekapt heeft te maken met een wat andere benadering van bomen in bosvakken ten opzichte van individuele laanbomen. Zie bijvoorbeeld hieronder een citaat uit ‘Beheer- en werkplan bossen en parken van gemeente Almere 2018 – 2027’.
    “Een ander aspect van essentaksterfte is de 'verruiging' van de ondergroei die optreedt in de aangetaste essenbossen. Doordat aangetaste essen minder bladeren hebben valt er meer licht op de bodem. De kruiden en struiken onder de essen kunnen zich daardoor veel beter ontwikkelen. Dit leidt op de rijke gronden van Almere vaak tot situaties waarbij de voormalige ondergroei zich tot een dominant ondoordringbaar struweel ontwikkelt (zie afbeelding 2-6). Dit struweel, vaak in combinatie met braam en brandnetel, maakt herbebossing een stuk minder makkelijk. Dit kan, afhankelijk van de manier van herbebossen, leiden tot hogere kosten.

    Bij de beoordeling is onderscheid gemaakt tussen robuuste begroeiing van es en niet robuuste begroeiing van es. Bij een sterk aangetaste essenopstand doet zich de vraag voor of de es moet worden verwijderd. Bij monocultuur es zal de hele opstand moeten worden verjongd, terwijl in een sterke menging de opengevallen plekken van de aangetaste essen door buurbomen (van een andere soort) kunnen worden opgevuld. Hoe hoger het aandeel es hoe groter de kans dat bij voortschrijdende essentaksterfte de begroeiing in zijn geheel moet worden verwijderd.”

  7. Essen die onderdeel uitmaken van de hoofdbomenstructuur: Hiervoor wordt het beslismodel van Prohold gebruikt. Dit model beperkt zich niet tot de mate van aantasting, maar houdt ook rekening met de mogelijkheden voor vervangende aanplant binnen de structuur van de overige beplanting op de betreffende locatie. (pagina 8)
    Kan dit punt nader geduid worden? Ook is dit beslismodel nergens terug te vinden.
    Het beslismodel is niet als bijlage toegevoegd. Er is voor gekozen het document alleen in de referentielijst te noemen. Hetzelfde geldt voor de overige referenties en bronnen met uitzondering van de bewonersenquête. Het bedoelde model hanteert vijf factoren die een bepalende rol spelen bij de afwegingen rond een ingreep bij essentaksterfte. Het beplantingstype en het gewenste beplantingsbeeld op de specifieke locatie zijn naast de mate van aantasting en de eventuele hogere status van de beplanting (bijvoorbeeld ‘parel’) van belang. En tot slot maken de huidige en potentiële kwaliteit van de groeiplaats deel uit van de afweging rond vervanging.
    Opmerking van gemeentelijke organisatie: ter informatie hebben wij het model toegevoegd

  8. Deze specifieke uitdagingen nopen tot soms forse ingrepen, waarbij soms de kap van een flink aantal bomen niet kan worden voorkomen. (pagina 8)
    Is de noodzaak tot forse ingrepen en kap van flink aantal bomen ook getoetst? Waren er geen alternatieven voorhanden? Meer gefaseerde kap? Of accepteren dat bomen wellicht minder oud worden dan ze hadden kunnen worden onder ideale omstandigheden?
    Zie antwoord 5 en antwoord 6.
  9. Essen in een woonstraat: Als de essen in een woonstraat voor meer dan 50% matig of zwaar zijn aangetast, wordt het gehele bestand vervangen. Bij minder dan 50% wordt de bewoners gevraagd naar hun voorkeur voor de mate waarin er wordt vervangen. (pagina 8)
    Past het volledig vervangen van een bestand, bij aantasting van meer dan 50% (dus ook al bij 51%) bij de uitgangspunten van het bomenkader?
    Ja, dit kan het gevolg zijn van participatie zoals bedoeld door het Bomenkader. Zie hieronder twee relevante essenties en een paragraaf uit het Bomenkader. Het is zelfs niet ondenkbaar dat in goed overleg
    wordt besloten een heel bestand te vervangen zelfs bij minder dan 50 % aangetast.
    Essentie 8 uit het bomenkader: Samen met onze bewoners werken we aan de groene stad. We betrekken bewoners zoveel mogelijk bij keuzes rond bomen in hun omgeving. Daarbij gaan we in gesprek en combineren de inbreng van de omgeving met ons vakmanschap.
    Essentie 9 uit het bomenkader: Hoe dichter bij de woonomgeving, hoe meer invloed de bewoners.

    Bron: Bomenkader Essenties

  10. “Ten slotte wordt een gebrek aan visie ervaren en bestaat de indruk van ad hoc beheer.” (…) “Deze inwoner ervaart de uitvoering van het bomenbeheer als bedrijfsmatig en steeds ten koste van het groen.” (pagina 10)
    Dit aspect komt verder in de evaluatie en advisering niet echt terug. Waarom is hier niet meer mee gedaan? Is dit beeld verder getoetst?
    Dit citaat is opgenomen omdat het is ingebracht door een ‘kritische vriend’ van de gemeente. Een erkende gesprekspartner van de gemeente. En uit dien hoofde een mening die vermelding rechtvaardigt. Binnen deze studie is niet gebleken dat deze mening vaker voorkomt.
  11. Eén van de drie vrienden adviseert de gemeente om haar keuzes en handelingen in een nieuwe, maatschappelijke context te plaatsen. Namelijk vanuit het besef dat bomen tegenwoordig een grotere rol (natuurwaarde) in de maatschappij vervullen. Die nieuwe ´rol´ zou ontbreken in het Bomenkader. Dat is alleen gericht op het dagelijks beheer en daarmee achterhaald in de ogen van deze inwoner: Er zou ‘overkoepelend’ naar bomen moeten worden gekeken in de context van klimaatadaptatie, ecologie en milieu. Het grote tekort aan bomen zou moeten worden aangepakt door veel bomen bij te planten. (pagina 10)
    En:
    Een andere vereniging heeft een duidelijk positieve grondhouding ten opzichte van bomen en hecht belang aan ecologisch verantwoord werken. Men ziet graag meer bomen in Almere verschijnen. Aangetaste bomen hoeven niet snel te worden verwijderd en het onderhoud moet ecologie hoog in het vaandel hebben.
    (pagina 11)
    De wens voor meer bomen komt vaker terug in de enquêtes, maar niet in uw advies. Waarom niet? Ook de roep voor meer aandacht voor ecologie komt vaker terug, maar ook niet in uw advies. Waarom niet?
    De onderzoeksvraag voor onze studie betrof de mate waarin het Bomenkader inmiddels zijn plek heeft gevonden in de gemeente. De vragen; moet er meer aandacht zijn voor ecologie? En; kunnen er meer bomen worden aangeplant? Vallen buiten dit onderzoek.
  12. Belangenverenigingen: “Vergunningplicht voor de kap van particuliere bomen zou willekeur voorkomen.” (pagina 11)
    Dit aspect wordt niet nader toegelicht, uitgediept of overgenomen. Waarom niet?
    Dit is een argument ten faveure van een Bomenverordening en is om die reden vermeld aangezien een keuze voor een ander systeem dan een bomenverordening een legitieme keuze is. Het is mijns inziens echter discutabel om in een eerste (vroege) evaluatie van het Bomenkader, al weer terug te willen grijpen op een vergunningensysteem als een bomenverordening. Mijn persoonlijke ervaring is bovendien dat met een bomenverordening bomen niet beter beschermd worden, noch dat het leidt tot grotere tevredenheid van bewoners over het beheer van bomen.
  13. De kritische vrienden zijn bekend met het fenomeen essentaksterfte. Zij zijn niet bevraagd over de aanpak van de essentaksterfte in het kader van het Bomenkader. (pagina 17)
    Waarom niet?

    De kritische vrienden zijn bevraagd in de vorm van een interview. Hen is met behulp van enkele korte vragen de mogelijkheid geboden om hun mening te geven over het bomenbeleid en bomenbeheer van de gemeente Almere. Ieder van hen heeft daarbij de eigen ervaringen gedeeld. Hierbij bleek ook bij nadere vragenstellen nauwelijks inzicht in de kwestie essentaksterfte te bestaan. Ze zijn dus wel bevraagd op dit onderwerp maar dit leverde geen duidelijke uitspraken op die vermeld dienden te worden in de evaluatie.
  14. Er zijn bij ons casussen bekend, waarbij gezonde bomen werden gekapt voor de aanleg van extra parkeerplaatsen. Hoe past dit volgens u bij de correcte uitvoering van het bomenkader?
    Deze vraag zou beter beantwoord kunnen worden door de eigen organisatie. In de bedoelde gevallen zal waarschijnlijk een flink aantal aspecten zijn meegewogen in de uiteindelijke besluiten. Het zou mooi zijn als in het archief van elke projectadministratie valt na te zoeken in hoeverre participatie heeft meegespeeld als meebeslissende factor.

Vragen aan de ambtelijke organisatie van de gemeente:

  1. Kunt u een overzicht geven met alle locaties waar dit kapseizoen gekapt is en per locatie aangeven waarom er dit seizoen gekapt is, en waarom dit niet anders had gekund (bijvoorbeeld meer gefaseerd) en/of uitgesteld kon worden tot na de evaluatie?
    Zie bijgevoegde lijst
  2. Kunt u aangeven hoe vaak er (gezonde) bomen gekapt zijn sinds de inwerkingtreding van het bomenkader vanwege de aanleg van extra parkeerplaatsen?
    Nee, dat wordt niet separaat bijgehouden en kunnen wij niet aangeven
  3. Kunt u aangeven hoe vaak er (gezonde) bomen gekapt zijn sinds de inwerkingtreding van het bomenkader vanwege overlast door honingdauw of vergelijkbare redenen?
    Vanwege alleen honingdauw of vergelijkbare redenen zijn er geen bomen verwijderd.
  4. Kunt u aangeven hoe vaak er (gezonde) bomen gekapt zijn sinds de inwerkingtreding van het bomenkader vanwege de economische ontwikkelingen?
    Nee, dat wordt niet als zodanig bijgehouden en kunnen wij niet aangeven.
    NB: Verwijderen van bomen voor economische ontwikkelingen vloeit voort uit besluitvorming van de raad bij een bestemmingsplan en/of ontwikkelingsplan.
  5. Kunt u aangeven hoe vaak er (gezonde) bomen gekapt zijn sinds de inwerkingtreding van het bomenkader vanwege uitbreiding woningbouw?
    Nee, dat wordt niet als zodanig bijgehouden en kunnen we niet aangeven.
    NB: Verwijderen van bomen voor woningbouw/gebiedsontwikkeling vloeit voort uit besluitvorming van de raad bij een bestemmingsplan en/of ontwikkelingsplan.
  6. Kunt u aangeven bij alle bovenstaande gevallen of de bomen ook 1 op 1 zijn vervangen? Zo niet, waar niet en waarom niet?
    We interpreteren deze vraag als volgt: “als er een boom verwijderd wordt op een bepaalde locatie voor een ontwikkeling (bijvoorbeeld gebiedsontwikkeling of herinrichting), maar niet op de specifieke locatie vervangen kan worden door een nieuwe boom, wordt er dan elders in Almere een boom geplant als vervanging?”.
    Het antwoord daarop is nee niet 1 op 1. Dat gebeurt alleen als er sprake is van een bosgebied dat valt onder de wet natuurbescherming, waarbij het er vooral om gaat dat het totale bosareaal gelijk blijft.
  7. Kunt u aangeven welke waarde het hout van gekapte bomen, welke aan de aannemer vervalt, vertegenwoordigd?
    De werkzaamheden aan onze bomen laten we uitvoeren door aannemers. De aannemers schrijven in voor het werk waarbij het hout vervalt aan de aannemer. Uiteraard heeft het hout een waarde, maar dat valt ruimschoots weg tegen de kosten die gemaakt worden voor de arbeid en de nieuwe aanplant. Om toch enig inzicht te geven in de opbrengsten kun je stellen dat, afhankelijk van de kwaliteit, houtsnippers tussen de € 9,- en de € 15,- per ton opbrengen. Voor rondhout (stammen) liggen de prijzen tussen de € 12,- en de € 18,- per m3.
  8. Uit het raadsvoorstel: “f. Wanneer meer dan 50% van de essen in een woonstraat matig of zwaar is aangetast, worden alle zieke essen, inclusief de licht aangetaste essen, vervangen.
    g. Wanneer minder dan 50% van de essen in een woonstraat zwaar of matig is aangetast dan wordt er aan de bewoners voorgelegd welke actie er ondernomen moet worden ten aanzien van de licht aangetaste essen.”

    Wij zouden graag meer inzicht krijgen in om hoeveel gevallen (straten en aantallen bomen) er sprake is van de 50% of meer situatie en in hoeveel gevallen 50% of minder aantasting.
    Voor de huidige situatie geldt dat in 95% van de straten minder dan 50 % van de essen matig of zwaar is aangetast. Voor 5 % van de straten geldt dat er meer dan 50 % van de essen matig of zwaar is aangetast.
  9. Uit het raadsvoorstel: “Een keuze voor voortzetting van de huidige aanpak kost naar verwachting €6,5 miljoen om in 14 jaar alle zieke essen te vervangen. Wanneer voor het alternatief wordt gekozen om zieke essen langer te laten staan, nemen de totale kosten toe naar een bedrag van € 8,7 tot € 9,8 miljoen over een periode van 17 tot 25 jaar. Wanneer voor het sobere alternatief gekozen wordt dan zijn de totale kosten om alle zieke essen te vervangen in een korte periode van 3 jaar € 3,6 miljoen.”
    De financiële consequenties zijn nu niet goed tegen elkaar te wegen, aangezien er verschillende bedragen over totaal verschillende periodes worden gezet. Met zeer grote verschillen in tijdsduur.
    Daarnaast wordt bij de variant langer laten staan het onderhoud in die lange periode meegerekend en in de variant snel allemaal vervangen alleen de vervangingskosten en niet het onderhoud voor zo’n vergelijkbare periode er na. Kunt u een duidelijker en completer overzicht geven van de financiën bij het voorstel en de genoemde alternatieven?
    Voor de berekening van de kosten van elke aanpak is het onontkoombaar dat de duur van de perioden verschillen. Immers, hoe langer je een aangetaste es laat staan hoe langer het duurt voordat de aanpak van de essentaksterfte kan worden afgerond. De kosten die in het raadsvoorstel genoemd worden gaan dan ook over het totaal dat je nodig hebt om de aanpak in Almere af te ronden.
    De hoogte van de kosten wordt bepaald door hoeveel de vervanging per boom kost (meer bomen tegelijkertijd is goedkoper dan minder bomen tegelijkertijd), hoelang een aangetast boom geïnspecteerd en verzorgd moet worden (dat is vaker en duurder dan bij een niet aangetaste boom),
    de keuze voor de vervangende boom (klein en goedkoop of ouder en duurder) en hoeveel er geïnvesteerd wordt in participatie van bewoners.
    De sobere aanpak is goedkoper en duurt kort, omdat er heel veel bomen tegelijkertijd vervangen worden, er geen aangetaste bomen langere tijd meer en vaker verzorgd en geïnspecteerd moeten worden, er relatief kleinere bomen worden terug geplant en door de projectmatigere aanpak minder kosten worden gemaakt voor bewonersparticipatie.
    De huidige aanpak duurt langer dan de sobere aanpak (14 jaar), want aangetaste bomen blijven langer staan. De kosten worden hoger want er worden minder bomen tegelijkertijd vervangen, er moeten over een langere periode extra kosten gemaakt worden voor de inspectie en verzorging van aangetaste bomen, met maatwerk worden daar waar mogelijk grotere en oudere bomen terug geplant en er is door de langzamere vervanging meer ruimte voor inspraak van bewoners.
    Bij de twee andere aanpakken worden aangetaste bomen nog minder snel vervangen en wordt de duur van de aanpak essentaksterfte ook weer langer en gaan de totale kosten verder omhoog. De totale kosten van de langere aanpakken liggen dus hoger, maar worden wel over meer jaren uitgesmeerd.
  10. Uit de perspectiefnota: “Voor de volgende fase van het project is € 2,6 miljoen extra nodig uit de algemene middelen.”
    Dit bedrag komt niet overeen met de bedragen genoemd in het raadsvoorstel. Kunt u dit nader duiden en specificeren?
    Het bedrag dat in de perspectiefnota genoemd wordt is het bedrag dat nodig is om de komende 4 jaar de huidige aanpak voort te zetten (exclusief de 1,7 miljoen euro uit bestaande middelen). Het bedrag dat in het raadsvoorstel genoemd wordt is het bedrag dat nodig is om de huidige aanpak voor 14 jaar voort te zetten.
  11. Uit het raadsvoorstel: “De hoogte van de bovengenoemde kosten van de aanpak essentaksterfte worden door 3 factoren bepaald:
    1. De snelheid waarmee bomen vervangen worden: hoe sneller en meer bomen er tegelijk vervangen worden, hoe lager de kosten van vervanging per es en hoe lager de kosten voor het jaarlijks verzorgen van aangetaste essen.
    2. De keuze voor de vervangende boom: vervangen met een kleinere jongere boom is goedkoper dan vervangen met een grotere oudere boom.
    3. De inzet op participatie van bewoners: hoe meer inzet op het betrekken van bewoners, hoe hoger de kosten.”

    Uit het voorstel wordt niet duidelijk welke keuzes het college binnen deze 3 factoren kiest en/of op welke keuze hier binnen het bijbehorend financiële voorstel op gebaseerd is. En ook niet welke keuze de raad hierin heeft en wat de (financiële) consequenties hierbij zijn.
    Zie uitleg vraag 9 over hoe de verschillende aanpakken zijn te vergelijken als het om de kosten gaat.
  12. Uit het bomenkader: “Almere is volop in beweging en de economische waarde van bomen mag geen belemmering vormen voor de groei van de stad. Met andere woorden: intern sturen we geen rekeningen als er uitvoering wordt gegeven aan de ontwikkelopgave.”
    Om goede en eerlijke afwegingen te kunnen maken bij besluiten waarbij bomen worden gekapt, zou inzicht in deze economische waarde wel bijdragen. Kunt u aangeven wat er inmiddels sinds de inwerkingtreding van het bomenkader aan economische waarde gekapt is in Almere?
    Nee, dat wordt niet als zodanig bijgehouden en kunnen wij niet aangeven.
    NB: Verwijderen van bomen voor woningbouw/gebiedsontwikkeling/economische ontwikkeling
    vloeit voort uit besluitvorming van de raad bij een bestemmingsplan en/of ontwikkelingsplan.
  13. En: “De economische waarde van bomen helpt in de discussie of bepaalde ingrepen om bomen te behouden ‘verantwoord’ zijn en welke investeringen nodig zijn bij aanplant.”… “Zo wordt de waarde van bomen vanuit ecosysteemdiensten en de belevingswaarde niet weergegeven in het rekenmodel.”
    Waarom wordt de waarde van bomen vanuit ecosysteemdiensten en de belevingswaarde niet weergegeven in het rekenmodel?
    En zou u een schattig kunnen maken van de totale waarde van ecosysteemdiensten en de belevingswaarde welke sinds de invoering van het bomenkader vernietigd is?

    Om de totale waarde van de ecosysteemdiensten te berekenen moet je de kroonoppervlakte van alle bomen weten. Dat hebben wij op dit moment niet in beeld. Om dat in beeld te krijgen zou je in Almere elke boom individueel moeten meten.
    Voor belevingswaarde geldt dat er überhaupt nog geen systeem bestaat om deze berekening te kunnen maken.